Ik heb nog wel een schuld te vereffenen.
Ik heb nooit iets belangrijk gedaan.
Ik heb ontslag genomen.
Ik heb op iets hards gelegen, zodat ik er over mijn hele lijf bont en blauw uitzie!
Ik heb respect voor ieders mening.
Ik heb Rik niet gezien sedert hij terug is uit Nieuw-Zeeland.
Ik heb rood haar.
Ik heb tandpasta nodig.
Ik heb Tom gisteren voor de eerste keer dronken gezien.
Ik heb Toms geheim ontdekt.
Ik heb uw hulp nodig.
Ik heb veel nieuwe vrienden gemaakt.
Ik heb vijftig euro in mijn zak.
Ik heb wat batterijen nodig.
Ik heb wat shampoo nodig.
Ik heb wat tampons nodig.
Ik heb wat zeep nodig.
Ik heet Jan.
Ik help je.
Ik herinner me elk dreigement.
Ik herinner me.
Ik hoop dat dit ons zal helpen.
ik hoop dat het hotel nu beter is
Ik hoop dat hij komt.
Ik hoop dat ik je niet wakker heb gemaakt.
Ik hoop dat Tom niet denkt dat we hem haten.
Ik hoop dat u een spoedig herstel heeft.
Ik hoor dat Tom insecten eet.
Ik hoorde hem vaak Engels spreken.
Ik hou niet van vis.
Ik hou van tomaten kweken.
Ik huil niet snel.
Ik kan dat probleem in een handomdraai verhelpen.
Ik kan dit alleen.
Ik kan een kikker niet van een pad onderscheiden.
Ik kan geen wijn meer drinken.