Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - H

0 (1) 1 (7) 2 (4) A (473) B (743) C (113) D (2778) E (660) F (124) G (576) H (1431) I (725) J (167) K (511) L (299) M (463) N (269) O (505) P (357) Q (1) R (249) S (708) T (634) U (113) V (819) W (667) Y (87) Z (490)
Dutch Recording English Learn

hetzelfde

the same

hetzelfde moment

the same time

heugelijke

happy

heus

really

heuvelachtigheid

hilliness

hevige

violent

hield

kept (singular)

hielp

helped

hier

here

Hier dichtbij in een ander moeras zijn enige aardige wilde ganzen, allemaal dames, die evenals jij “kwak!” kunnen zeggen.

Near here in another swamp are some nice wild geese, all ladies, who, like you, can say “quack!”.

Hier is een lijst met dingen die Tom moet doen.

Here’s a list of things that Tom needs to do.

Hier lag het de gehele nacht; het was vermoeid en verdrietig.

Here it lay all night; it was tired and sad.

Hier moeten we uitstappen.

We have to get off here.

Hier woonde een oude vrouw met haar kater en haar kip.

Here an old woman lived with her cat and her chicken.

Hier zijn de nieuwe woorden die ik tot vandaag heb genoteerd.

Here are the new words that I have noted down until today.

Hier zullen ze ons nooit vinden.

They’ll never find us here.

hierbij

hereby

hieronder

below

hierop

on this

hiervan

of this

hij

he

Hij balde zijn vuist.

He clenched his fist.

Hij bekritiseert voortdurend andere mensen.

He constantly criticizes other people.

Hij besefte onbehaaglijk dat iedereen hem aanstaarde.

He realized uneasily that everyone was staring at him.

Hij boog zich gretig voorover.

He bent forward eagerly.

Hij gaf me een voorbeeld.

He gave me an example.

Hij ging er persoonlijk naar toe.

He went there in person.

Hij greep me bij mijn kraag.

He grabbed me by the collar.

Hij had 50 euro gevraagd.

He had asked for 50 euros.

Hij had er nog nooit zó gestoord uitgezien.

He had never looked so disturbed.

Hij had nachtmerries.

He had nightmares.

Hij handelt uit rancune.

He’s acting out of spite.

Hij heeft een buitenlandse wagen.

He has a foreign car.

Hij heeft een hond.

He has a dog.

Hij heeft een nieuwe ster ontdekt.

He discovered a new star.

Hij heeft een piercing.

He has a body piercing.