het was de laatste avond van het jaar.
Het was een groot en lelijk beest!
Het was een laffe poging.
Het was een misverstand.
Het was een prinses, die buiten voor de poort stond.
Het was een tumor op de linker bovenkwab van mijn long.
Het was een warme, heldere vlam, als een lichtje, toen zij er haar handen bovenhield;
Het was een warme, heldere vlam, als een lichtje, toen zij er haar handen bovenhield; het was een wonderbaar lichtje!
het was een wonderbaar lichtje!
het was geen serieuze
Het was heel lekker.
Het was heerlijk buiten op het land.
Het was het enige ding dat ik kon doen.
Het was koud, snerpend koud.
Het was lente geworden.
Het was leuk in Boston.
Het was liefde op het eerste gezicht.
Het was onmogelijk om een laptop met de twee aansluitingen te vinden.
het was overgelukkig, maar volstrekt niet trots
Het was snerpend koud (paragraaf)
Het was snerpend koud, het sneeuwde en begon al donker te worden.
Het was snerpend koud, het sneeuwde en begon al donker te worden; het was de laatste avond van het jaar.
Het was stikdonker.
het was treurig
het was treurig, omdat het er lelijk uitzag en door al de anderen bespot werd
Het was zomer, het koren was rijp, het hooi stond op de groene weiden aan oppers, en de ooievaar liep op zijn lange, rode poten en praatte Egyptisch; want deze taal had hij van zijn moeder geleerd.
het water
het water droop haar uit het haar en de kleren
Het water droop haar uit het haar en de kleren; het liep er bij de neuzen van haar schoenen in en bij de hakken weer uit.
Het water is koud.
Het water stijgt.
Het water van het meer is schoon.
het wederzijds belang
het weekend
het weer
Het weer werd plots warmer.