Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - H

0 (2) 1 (16) 2 (8) A (760) B (1159) C (210) D (4158) E (1651) F (206) G (959) H (2456) I (1493) J (308) K (792) L (470) M (780) N (422) O (848) P (535) Q (2) R (405) S (1126) T (1136) U (202) V (1337) W (1240) X (3) Y (88) Z (1026)
Dutch Recording English Learn
het is noodzakelijk
it is necessary
Het is nooit in me opgekomen dat iemand zoiets zou verzinnen.
It never occurred to me that someone would make up such a thing.
Het is nu of nooit.
It’s now or never.
Het is nu twee jaar open.
It has been open for two years now.
Het is omdat we haast hebben.
It’s because we’re in a hurry.
Het is onmogelijk te voorspellen wat er gaat gebeuren.
It’s impossible to predict what’ll happen.
Het is Parijs.
It’s Paris.
Het is prachtig!
It’s beautiful!
Het is steeds populairder aan het worden.
It’s becoming more and more popular.
Het is te groot.
It’s too big.
Het is tien over acht.
It’s ten past eight.
Het is tien over één.
It’s ten past one.
Het is tien uur.
It is ten o’clock.
Het is tien voor twee.
It’s ten to two.
Het is tijd om te verzoenen.
It’s time to reconcile.
Het is Tom maar.
It’s only Tom.
Het is twee uur.
It is two o’clock.
Het is twintig over één.
It’s twenty past one.
Het is twintig voor twee.
It is twenty to two.
Het is verdrietig dat in Nederland, een land dat bekend staat als tolerant, ouders deze keuze niet kunnen maken.
It is sad that in the Netherlands, a country known as tolerant, parents cannot make this choice.
Het is verschrikkelijk!
It is terrible!
Het is vier uur.
It is four o’clock.
Het is vijf over één.
It is five past one.
Het is vijf over één.
It’s twenty-five past one.
Het is vijf over half twee.
It is twenty-five to two.
Het is vijf uur.
It is five o’clock.
Het is vijf voor twee.
It’s five to two.
Het is vijfentwintig over acht.
It’s twenty-five past eight.
Het is voor haar.
It’s for her.
Het is voor herhaling vatbaar.
It’s worth repeating.
Het is voor later
It’s for later
Het is voor mijn familie.
It’s for my family.
Het is voor morgen.
It’s for tomorrow.
Het is voor vanavond.
It’s for this evening.
Het is waar.
It is true.
Het is walgelijk hoe hij mensen behandelt.
It’s disgusting how he treats people.