Dutch-English Dictionary - H

0 (1) 1 (7) 2 (4) A (473) B (743) C (113) D (2778) E (660) F (124) G (576) H (1431) I (725) J (167) K (511) L (299) M (463) N (269) O (505) P (357) Q (1) R (249) S (708) T (634) U (113) V (819) W (667) Y (87) Z (490)

Dutch	English	Learn
het T-shirt	the T-shirt	Learn
het taalbad	the language immersion	Learn
het tafelblad	the tabletop	Learn
het tafellaken	the table-cloth	Learn
het tafereel	the scene	Learn
het tarief	the rate	Learn
het team	the team	Learn
Het team van Website Development bestaat uit enthousiaste mensen met veel ervaring in hun vakgebied en een gedegen opleiding.	The team from Website Development consists of enthusiastic people with a lot of experience in their field and a solid education.	Learn
het tegenovergestelde	the opposite	Learn
Het tegenovergestelde is ook waar.	The opposite is also true.	Learn
het telefoonnummer	the telephone number	Learn
het tentamen	the examination; exam	Learn
het terras	the terrace	Learn
het theater	the theatre	Learn
het thema	the theme	Learn
het ticket	the ticket	Learn
het tij	the tide	Learn
Het tij is laag.	The tide is out.	Learn
het tijdperk	the era	Learn
het toeval	the coincidence	Learn
het toezicht	the supervision	Learn
het toilet	the toilet; the loo	Learn
het toiletpapier	the toilet paper	Learn
het touw	the rope	Learn
het treinstation	the train station	Learn
het uitroepteken	the exclamation mark	Learn
het uitstek	the excellence	Learn
het uitstel	the delay	Learn
het uittreksel	the extract	Learn
het uitvoeren van haalbaarheidsonderzoeken	the conducting of feasibility studies	Learn
het uitzicht	the prospect; the outlook	Learn
het uur	the hour	Learn
het vaandel	the banner; flag	Learn
het vaatwerk	the crockery	Learn
het vagevuur	(the) purgatory	Learn
het vakgebied	the discipline; the field of expertise	Learn