Dutch-English Dictionary - E

0 (1) 1 (7) 2 (3) A (611) B (957) C (173) D (3800) E (1413) F (177) G (822) H (2138) I (1284) J (264) K (683) L (406) M (622) N (337) O (675) P (426) Q (2) R (342) S (970) T (996) U (172) V (1112) W (1035) X (3) Y (88) Z (871)

Dutch	English	Learn
een enorme paarse megafoon	a huge purple megaphone	Learn
een enorme schaalvergroting	a huge increase in scale	Learn
een enorme slok cognac	a huge gulp of cognac	Learn
een erkenning	an acknowledgment	Learn
een esdoorn	a maple	Learn
een euvel	a problem	Learn
een evenwicht	a balance	Learn
een examen afleggen	to take an exam	Learn
een extra beveiligde kluis	an extra-secure safe	Learn
een extra rollenspel	an extra role play	Learn
een extra troef	an extra asset	Learn
een ezel	a donkey	Learn
een fabriek	a factory	Learn
een faculteit	a faculty	Learn
een fantastische film	a fantastic movie	Learn
een fantastische vang	a fantastic catch	Learn
een farao	a pharaoh	Learn
een fauteuil	an armchair	Learn
een felverlichte, hoge, gewelfde ruimte	a brightly lit, high vaulted room	Learn
een feniks	a phoenix	Learn
een fietsenwinkel	a bicycle shop	Learn
een fietser	a cyclist	Learn
een flauwe grijns	a faint grin	Learn
een fles	a bottle	Learn
een fles melk	a bottle of milk	Learn
een flinke duit	a lot of money	Learn
een fluitje van een cent	a piece of cake	Learn
een fooi	a tip	Learn
een fooi van tien euro	a tip of ten euros	Learn
een formulier invullen	to fill in a form	Learn
een forse scheut	a large dash	Learn
een forse walnoot	a hefty walnut	Learn
Een fout kan optreden tijdens de installatie.	An error may occur during installation.	Learn
een fout maken	to make a mistake	Learn
een fraaie houten trap	a beautiful wooden staircase	Learn
een fraaie, geelbruine vogel	a beautiful, yellow-brown bird	Learn