Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - E

0 (1) 1 (7) 2 (3) A (611) B (957) C (173) D (3800) E (1413) F (177) G (822) H (2138) I (1284) J (264) K (683) L (406) M (622) N (337) O (675) P (426) Q (2) R (342) S (970) T (996) U (172) V (1112) W (1035) X (3) Y (88) Z (871)
Dutch Recording English Learn
één daarvan viel naar beneden en vormde een lange, vurige streek.
One of them fell down and formed a bright streak of fire.
een dag
one day
een dag
a day
een dak
a roof
een dakpan
a roof tile
een dam
a dam
een dampende beker
a steaming cup
een date
a date
een derde
a third
Een dergelijke schikking is niet mogelijk.
Such an arrangement is not possible.
een deugddoende vakantie
a pleasant holiday
een deur
a door
een deur op een kier
a door ajar
een deurmat
a doormat
een deurwaarder
a bailiff
een dief
a thief
Een dienblad vol dingen die gruwelijk veel op menselijke nagels leken.
A tray full of things that looked horribly similar to human nails.
een dikke roetlaag
a thick layer of soot
een dikke wollen bivakmuts
a thick woolen balaclava
een diner
a dinner
Een dochter is een persoon van het vrouwelijk geslacht in relatie tot een of twee ouders.
A daughter is a person of the female gender in relation to one or two parents.
een document
a document
een doffe dreun
a dull thump
een doffe plof
a dull thud
een donker bos
a dark forest
een donkere en trieste dag
a dark and sad day
een donkere lappendeken van velden en bomen
a dark patchwork of fields and trees
een donut
a donut
een doolhof
a maze
een doordringende gil
a piercing scream
een doorgeefluik
a serving hatch
een doorn
a thorn
een doorslaand succes
a resounding success
een doorsnee gezin
an average family
Een doorsnee Griek betaalt slechts zeven maal per jaar met zijn bankkaart in de winkel.
A typical Greek pays only seven times a year with his bank card at the shop.
Een doorsnee Nederlander drinkt veel koffie.
An average Dutch person drinks a lot of coffee.