Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - E

0 (1) 1 (7) 2 (3) A (611) B (957) C (173) D (3800) E (1413) F (177) G (822) H (2138) I (1284) J (264) K (683) L (406) M (622) N (337) O (675) P (426) Q (2) R (342) S (970) T (996) U (172) V (1112) W (1035) X (3) Y (88) Z (871)
Dutch Recording English Learn
een doorzetter
a go-getter
een doos dadels
a box of dates
een dorp
a village
een draagvlak
a support base
een draak
a dragon
een dranghek
a crowd control barrier
een drenkeling
a drowning man
een drijfveer
a motive
een drijvende gemeenschap
a floating community
een dure auto
an expensive car
een dure laptop
an expensive laptop
een duur huis
an expensive house
een duurzaam staakt-het-vuren
a lasting ceasefire
een duurzame omgang
a sustainable approach
een dwaas
a fool
Een dwaas en zijn geld worden snel gescheiden.
A fool and his money are soon parted.
een echte omwenteling
a real revolution
een echte strikvraag
a real trick question
een echtgenoot
a husband
een echtscheiding
a divorce
een eed afleggen
to take an oath
Een eekhoorntje verstopte zich tussen de takken.
A squirrel hid among the branches.
een eeuwige doorn
an eternal thorn
een ei
an egg
een eigen zaak beginnen
to start your own business
een eigenaar
an owner
een eigenaardige, verwrongen glimlach
an odd, twisted smile
een eiland
an island
een eiser
a plaintiff
een eiser en een verweerder
a claimant and a defendant
een emmer
a bucket
een emmer water
a bucket of water
een emotioneel betoog
an emotional speech
een enigszins verfomfaaide kartonnen doos
a slightly rumpled cardboard box
Één enkel lucifertje zou haar wel goed doen, als zij er maar één uit een doosje durfde nemen, dit tegen den muur afstrijken en zich de vingers daaraan warmen.
A single match would do her good, if she would dare to take one from a box, strike it against the wall to warm her fingers.
een enorm harig lichaam
a huge hairy body