Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - A

0 (2) 1 (81) 2 (25) 3 (24) 4 (26) 5 (22) 6 (22) 7 (22) 8 (21) 9 (20) A (867) B (471) C (723) D (493) E (288) F (394) G (243) H (531) I (921) J (72) K (51) L (293) M (397) N (211) O (204) P (525) Q (25) R (304) S (1023) T (4634) U (84) V (91) W (620) Y (232) Z (8) (1)
English Dutch Recording Learn
Ambassador calls president incompetent

Ambassadeur noemt president onbekwaam

ambitious

ambitieus

amenities

voorzieningen

America

Amerika

America has enemies.

Amerika heeft vijanden.

American

amerikaans

American (long form)

Amerikaanse

Amnesty

Amnesty

Amnesty launches global campaign against torture.

Amnesty start wereldwijde campagne tegen foltering.

amongst others

o.a.

amount

hoeveelheid

amounts

bedragen

amphitheater

amfitheater

ample; generous

riant

ample; generous (long form)

riante

ampoule

ampul

amusement park

pretpark

an adjustment

een aanpassing

an admirer

een aanbidder

an agreement

een overeenkomst

an angry face

een nijdig gezicht

an axe murderer

een bijlmoordenaar

an eagle feather

een adelaarsveer

An eagle is flying in the sky.

Een adelaar vliegt door de lucht.

An earthquake can happen at any time.

Een aardbeving kan elk moment gebeuren.

an encore

een bisnummer

an escalator

een roltrap

an even more unpleasant smile

een nog onaangenamere glimlach

an existing fact

een bestaand feit

an expensive car

een dure auto

an expensive house

een duur huis

an expensive laptop

een dure laptop

An expert is speaking.

Er is een deskundige aan het woord.

an extra asset

een extra troef

an extra-secure safe

een extra beveiligde kluis

an important lever

een belangrijke hefboom