Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - A

0 (2) 1 (12) 2 (5) 3 (1) 4 (1) 6 (1) 7 (1) 8 (2) 9 (1) A (2004) B (710) C (1201) D (836) E (522) F (714) G (423) H (1103) I (1950) J (120) K (79) L (490) M (726) N (369) O (429) P (865) Q (33) R (519) S (1796) T (7023) U (158) V (125) W (1179) X (4) Y (374) Z (20)
English Dutch Recording Learn
a locker een kluisje
a locksmith een slotenmaker
a long black snake een lange, zwarte slang
a long coat with pinstripe een lange mantel met krijtstreep
a long goose feather een lange ganzenveer
a long history een lange voorgeschiedenis
a long measuring tape een lang meetlint
a long nightgown een lange nachtpon
a long tail een lange staart
a long, wooden spoon een lange, houten lepel
a long-term ailment een langdurige kwaal
a loose battery een losse batterij
A lot has happened in the meantime. Intussen is er veel gebeurd.
a lot like each other veel op elkaar
a lot of veel
a lot of dedication veel toewijding
a lot of guts veel lef
A lot of kids wear jeans. Veel kinderen dragen een spijkerbroek.
a lot of money een flinke duit
a lot of nonsense een hoop stennis
A lot of people need help from a psychologist. Heel veel mensen hebben hulp van een psycholoog nodig.
a lot of suffering veel leed
a lot of travelling this month veel gereis deze maand
A lot of women buy shoes one size too small, because they find them prettier. Veel vrouwen kopen schoenen een maat te klein, omdat ze dat mooier vinden.
a love een liefde
a low level of education een laag opleidingsniveau
a lunatic een halvegare
a lunch een lunch
a magic potion een toverdrank
a magnet een magneet
a main course een hoofdgerecht
a major air raid een grote luchtaanval
a major reform een ingrijpende hervorming
a male friend een mannelijke vriend
a malnourished vulture een ondervoede gier
a malty taste een moutige smaak