Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - A

0 (1) 1 (6) 2 (4) 3 (1) 4 (1) A (1691) B (591) C (1029) D (721) E (441) F (572) G (358) H (941) I (1639) J (101) K (65) L (429) M (582) N (297) O (316) P (719) Q (27) R (442) S (1468) T (6379) U (130) V (105) W (998) X (4) Y (322) Z (10)
English Dutch Recording Learn
A loan for a car is sometimes necessary. Een ontlening voor een auto is soms noodzakelijk.
a locker een kluisje
a locksmith een slotenmaker
a long black snake een lange, zwarte slang
a long coat with pinstripe een lange mantel met krijtstreep
a long goose feather een lange ganzenveer
a long history een lange voorgeschiedenis
a long measuring tape een lang meetlint
a long nightgown een lange nachtpon
a long tail een lange staart
a long, wooden spoon een lange, houten lepel
a long-term ailment een langdurige kwaal
a loose battery een losse batterij
A lot has happened in the meantime. Intussen is er veel gebeurd.
a lot like each other veel op elkaar
a lot of dedication veel toewijding
a lot of guts veel lef
A lot of kids wear jeans. Veel kinderen dragen een spijkerbroek.
a lot of money een flinke duit
a lot of nonsense een hoop stennis
A lot of people need help from a psychologist. Heel veel mensen hebben hulp van een psycholoog nodig.
a lot of suffering veel leed
a lot of travelling this month veel gereis deze maand
A lot of women buy shoes one size too small, because they find them prettier. Veel vrouwen kopen schoenen een maat te klein, omdat ze dat mooier vinden.
a love een liefde
a low level of education een laag opleidingsniveau
a lunatic een halvegare
a lunch een lunch
a magic potion een toverdrank
a magnet een magneet
a major air raid een grote luchtaanval
a major reform een ingrijpende hervorming
a male friend een mannelijke vriend
a malnourished vulture een ondervoede gier
a malty taste een moutige smaak
a man een man