Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - Z

0 (1) 1 (7) 2 (3) A (611) B (957) C (173) D (3800) E (1413) F (177) G (822) H (2138) I (1284) J (264) K (683) L (406) M (622) N (337) O (675) P (426) Q (2) R (342) S (970) T (996) U (172) V (1112) W (1035) X (3) Y (88) Z (871)
Dutch Recording English Learn
Ze juichten allemaal.
They all cheered.
Ze kan het niet laten om te vitten.
She can’t resist complaining.
Ze kan terecht fier zijn op haar dochter.
She can rightly be proud of her daughter.
Ze keek erachter.
She looked behind.
Ze keek me verbaasd aan.
She looked at me in surprise.
Ze keek zowel nijdig als bezorgd.
She looked both angry and worried.
Ze keken allemaal.
They all watched.
Ze kleedde zich rap aan.
She dressed herself quickly.
ze kletst je de oren van het hoofd
she talks your ears off your head
Ze knikte stralend.
She nodded, beaming.
Ze knikten instemmend.
They nodded in agreement.
Ze kocht een kip.
She bought a chicken.
ze kochten zoethout voor een cent
they bought liquorice for a cent
Ze komt eraan.
She’s coming.
Ze kon haar knieën voelen trillen.
She felt her knees tremble.
Ze kon hem niet ontmoeten.
She wasn’t able to meet him.
Ze kon niet lang hurken.
She couldn’t squat for long.
Ze koos vrijwillig voor ballingschap.
She chose exile voluntarily.
Ze kreeg een onbehaaglijk gevoel bij zijn blik.
She got an uneasy feeling from his look.
Ze kreeg promotie.
She was promoted.
Ze kunnen allemaal rijden.
They can all drive.
Ze kunnen geen dijken maken.
They can’t build dikes.
Ze kuste hem.
She kissed him.
Ze kwam langzaam overeind.
She slowly got up.
Ze kwam om het zelf te doen.
She came to do it herself.
Ze kwam overeind.
She got up.
Ze kwam snel overeind.
She quickly got up.
Ze kwam teleurgesteld terug.
She came back disappointed.
Ze kwam teleurgesteld thuis.
She came home disappointed.
Ze kwam!
She came!
Ze kwamen erachter.
They found out.
Ze kwamen niet opdagen.
They never showed up.
Ze kwamen tot een schikking.
They came to an arrangement.
Ze lachte op een honende manier.
She laughed in a derisive manner.
Ze lachte spottend.
She laughed mockingly.
Ze leest boeken.
She reads books.