Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - E

0 (2) 1 (16) 2 (8) A (760) B (1159) C (210) D (4158) E (1651) F (206) G (959) H (2456) I (1493) J (308) K (792) L (470) M (780) N (422) O (848) P (535) Q (2) R (405) S (1126) T (1136) U (202) V (1337) W (1240) X (3) Y (88) Z (1026)
Dutch Recording English Learn
een ui
an onion
een uitdagende positie
a challenging position
een uitgang
an exit
een uitlaatklep
an exhaust valve
een uitnodiging
an invitation
een uitspraak die onder geen beding goed te keuren valt
a statement that cannot be approved under any circumstances
een universiteit
a university
één uur
one o’clock
een vaatwasser
a dishwasher
Een vacht bestaat uit twee soorten haren.
An animal coat consists of two types of hair.
een vader
a father
een vakantie
a holiday
een val creëren
to create a trap
een valkuil
a trap
Een valreep is een loopplank met leuningen naar een schip.
An accommodation ladder is a walkway with railings to a ship.
een valstrik
a trap
één van de boten
one of the boats
een vangnet
a safety net
een vangrail
a guardrail
Een vangrail is een barrière die naast wegen wordt geplaatst.
A guardrail is a barrier placed next to roads.
een vangst
a catch
een varken
a pig
een veilige manier
a safe way
een veilige werkomgeving
a safe working environment
een veiligheidshesje
a safety vest
een veld
a field
een veld met distels
a field of thistles
een verbluffend tafereel
a stunning scene
een verborgen betekenis
a hidden meaning
een verborgen werkelijkheid
a hidden reality
een verfomfaaide, gerafelde tovenaarshoed
a tattered, frayed wizard hat
een vergissing
a mistake
Een vergunning is een officiële toestemming van de overheid om een bepaalde activiteit uit te voeren.
A license is an official permission from the government to carry out a particular activity.
een verhaal
a story
een verhoging
an increase
een verjaardag
a birthday