Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - E

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (717) B (1128) C (201) D (3961) E (1475) F (203) G (923) H (2247) I (1323) J (285) K (771) L (466) M (719) N (392) O (809) P (525) Q (2) R (394) S (1105) T (1090) U (194) V (1267) W (1134) X (3) Y (88) Z (929)
Dutch Recording English Learn
een uitlaatklep
an exhaust valve
een uitnodiging
an invitation
een uitspraak die onder geen beding goed te keuren valt
a statement that cannot be approved under any circumstances
een universiteit
a university
een vaatwasser
a dishwasher
Een vacht bestaat uit twee soorten haren.
An animal coat consists of two types of hair.
een vader
a father
een vakantie
a holiday
een val creëren
to create a trap
een valkuil
a trap
Een valreep is een loopplank met leuningen naar een schip.
An accommodation ladder is a walkway with railings to a ship.
een valstrik
a trap
een vangnet
a safety net
een vangrail
a guardrail
Een vangrail is een barrière die naast wegen wordt geplaatst.
A guardrail is a barrier placed next to roads.
een varken
a pig
een veilige manier
a safe way
een veilige werkomgeving
a safe working environment
een veiligheidshesje
a safety vest
een verbluffend tafereel
a stunning scene
een verborgen werkelijkheid
a hidden reality
een verfomfaaide, gerafelde tovenaarshoed
a tattered, frayed wizard hat
een vergissing
a mistake
Een vergunning is een officiële toestemming van de overheid om een bepaalde activiteit uit te voeren.
A license is an official permission from the government to carry out a particular activity.
een verhoging
an increase
een verkoudheid
a cold
Een vermelding in de voetnoot is voldoende.
A mention in the footnote is sufficient.
een vermogen
an ability
een veroordeling
a conviction
een versleten huwelijk
a worn-out marriage
een vertaler
a translator
een vertekend beeld
a distorted image
een vervangende lijst
a replacement list
een vervloeking
a curse
een verwerping
a rejection
een verwrongen glimlach
a twisted smile