Dutch-English Dictionary - V

0 (1) 1 (7) 2 (3) A (597) B (895) C (168) D (3754) E (1374) F (166) G (754) H (2088) I (1270) J (252) K (624) L (381) M (595) N (319) O (650) P (400) Q (2) R (321) S (903) T (966) U (159) V (1063) W (995) X (3) Y (88) Z (832)

Dutch	English	Learn
Vraag het zelf maar aan onze meesteres, de oude vrouw	Just ask our mistress yourself, the old woman.	Learn
Vraag maar aan wie dan ook.	Ask anybody.	Learn
vraag me af	wonder	Learn
Vraag niet hoe ik dat weet.	Don’t ask how I know that.	Learn
Vraag Tom of hij nog een drankje wil.	Ask Tom whether he wants another drink.	Learn
vraagt	asks	Learn
vrachtwagen	truck	Learn
vrachtwagenchauffeur	truck driver	Learn
Vrede is een wezenlijke voorwaarde voor groei.	Peace is an essential condition for growth.	Learn
vredig	peaceful	Learn
Vreemd dat ze de zon aanbidden.	Strange that they worship the sun.	Learn
vreemde	odd	Learn
vreemdeling	stranger	Learn
vreemdelingen	strangers	Learn
vreemdelingenverkeer	tourist traffic	Learn
vrees	fear	Learn
vreselijk	horrible	Learn
vreselijke	terrible (long form)	Learn
vreselijke, kwaadaardige zweren	terrible evil sores	Learn
vreugdeloos	joylessly	Learn
vriend	friend (male)	Learn
vriendelijk	friendly	Learn
vriendelijke	friendly (long form)	Learn
vrienden	friends	Learn
vriendin	friend (female)	Learn
vriendinnetje	girlfriend	Learn
vriest	freezes	Learn
vriezen	to freeze	Learn
vrij verkeer van mensen en goederen	free movement of people and goods	Learn
vrije	free (inflected form)	Learn
vrije tijd	leisure time	Learn
vrijen	to make love	Learn
vrijgelaten	released	Learn
vrijgevig	generous	Learn
vrijgezel	single	Learn
vrijheid	freedom	Learn