Dutch-English Dictionary - T

0 (1) 1 (7) 2 (4) A (473) B (743) C (113) D (2778) E (660) F (124) G (576) H (1431) I (725) J (166) K (511) L (299) M (463) N (269) O (505) P (357) Q (1) R (249) S (708) T (633) U (113) V (819) W (666) Y (87) Z (490)

Dutch	English	Learn
Tegen de avond bereikte het een kleine, armoedige boerenhut; deze was zo bouwvallig, dat zij zelf niet wist, naar welke kant zij zou vallen, en daarom bleef zij maar staan.	Towards evening it reached a small, shabby farm hut; it was so dilapidated that it did not know to which side it would fall, and that is why it stayed up	Learn
Tegen de morgen vlogen de wilde eenden op en bekeken haar nieuwe kameraad eens.	By the morning the wild ducks flew up and looked at their new companion.	Learn
tegenhanger	counterpart	Learn
tegenovergestelde	opposite	Learn
tegenslag	setback	Learn
tegenwoordig	nowadays	Learn
teil	tub	Learn
tekeer	rampage	Learn
tekenen	to draw	Learn
tekenfilm	cartoon	Learn
tekst	text	Learn
telefoneren	to telephone	Learn
telefoon	telephone	Learn
telefooncel	phone booth	Learn
telefoonnummer	telephone number	Learn
telefoonrekening	telephone bill	Learn
telescoop	telescope	Learn
teleurgesteld	disappointed (past participle)	Learn
televisie	television	Learn
televisie kijken	to watch television	Learn
televisiequiz	television quiz	Learn
telg	descendant	Learn
telkens	each time	Learn
Telkens wanneer Apple een nieuwe iPhone boven de doopvont houdt, piekt de verkoop van tweedehands modellen.	Whenever a new Apple iPhone is born, sales peak of second-hand models.	Learn
tellen	counts	Learn
tellen	to count	Learn
telt	counts (3rd person singular)	Learn
tempel	temple	Learn
temperatuur	temperature	Learn
temperatuurde	took the temperature	Learn
ten minste	at least	Learn
tenen	toes	Learn
tent	tent	Learn
tentamen	examination; exam	Learn
tentamens	examinations; exams	Learn
tentoongesteld	exhibited	Learn