te komen
te kriebelen
te kruisigen
te laten
te leggen
te lezen
te liggen
te lijf
te liplezen
te loodsen
te maken
Te midden hiervan zat in haar nest een eend, die haar jongen moest uitbroeden; maar het begon haar bijna te vervelen, zo lang duurde het, eer de jongen uitkwamen.
te nemen
te ontmoeten
te ontwijken
te oplossen
te opscheppen
te pakken
te piekeren
te plaatsen
te ranselen
te roeren
te schaken
te schonen
te schrijven
te sluiten
te smeden
te spelen
te staan
te strekken
te strijken
te tellen
te tillen
te trillen
te trouwen
te vegen