Dutch-English Dictionary - I

0 (2) 1 (16) 2 (8) A (760) B (1159) C (210) D (4158) E (1651) F (206) G (959) H (2456) I (1493) J (308) K (792) L (470) M (780) N (422) O (848) P (535) Q (2) R (405) S (1126) T (1136) U (202) V (1337) W (1240) X (3) Y (88) Z (1026)

Dutch	English	Learn
Ik verwachtte niemand.	I wasn’t expecting anyone.	Learn
Ik verwachtte problemen.	I anticipated trouble.	Learn
Ik verwachtte slechter.	I expected worse.	Learn
Ik verwachtte u.	I was waiting for you.	Learn
Ik viel in slaap terwijl ik tv keek.	I fell asleep while I was watching TV.	Learn
Ik vierde Nieuwjaarsdag door buiten te voetballen.	I celebrated New Year's Day by playing football outside.	Learn
Ik vind dat leuk.	I like that.	Learn
Ik vind de winkel niet leuk.	I don’t like that shop.	Learn
Ik vind deze taart niet lekker.	I don’t like this cake.	Learn
Ik vind dit probleem gemakkelijker dan ik aanvankelijk dacht.	I find this problem easier than I originally thought.	Learn
Ik vind dit shirt leuk.	I like this shirt.	Learn
Ik vind het leuk om met u te lunchen.	I am happy to have lunch with you.	Learn
Ik vind het leuk om problemen op te lossen.	I like to solve problems.	Learn
Ik vind het leuk.	I like it.	Learn
Ik vind het niet leuk.	I do not like it.	Learn
Ik vind het zo knap dat je vaak aan alles denkt.	I think it’s so great that you often think of everything.	Learn
Ik vind je aardig.	I like you.	Learn
ik vind leuk	I like	Learn
Ik vind wiskunde leuk.	I like maths.	Learn
Ik vind zijn gedrag walgelijk.	I find his behaviour disgusting.	Learn
Ik ving drie vissen.	I caught three fish.	Learn
Ik voel me enigszins verplicht.	I feel somewhat obligated.	Learn
Ik voel me schuldig hiervoor.	I feel guilty about it.	Learn
Ik voel me terneergeslagen.	I feel depressed.	Learn
Ik voelde me bedrogen.	I felt cheated.	Learn
Ik voelde me echt ellendig.	I felt really miserable.	Learn
Ik voelde me er niet comfortabel.	I didn’t feel comfortable there.	Learn
Ik voelde me naar de afgrond getrokken.	I felt myself being pulled towards the abyss.	Learn
Ik voelde me ongemakkelijk tijdens het gesprek.	I felt uncomfortable during the conversation.	Learn
Ik voelde me veilig wanneer hij bij me was.	I felt safe when he was with me.	Learn
Ik voelde me zelfzeker.	I was feeling confident.	Learn
ik vond	I found	Learn
Ik vond de sieraden die ik kwijt was.	I found the jewelry that I had lost.	Learn
Ik vond de test lastig.	I found the test difficult.	Learn
Ik vond distels in de tuin.	I found thistles in the garden.	Learn
Ik vond dit restaurant toevallig.	I found this restaurant by chance.	Learn