Dutch-English Dictionary - I

0 (1) 1 (7) 2 (3) A (597) B (895) C (168) D (3754) E (1374) F (166) G (754) H (2088) I (1270) J (252) K (624) L (381) M (595) N (319) O (650) P (400) Q (2) R (321) S (903) T (966) U (159) V (1063) W (995) X (3) Y (88) Z (832)

Dutch	English	Learn
Ik wil met mijn familie lezen.	I want to read with my family.	Learn
Ik wil mijn boerderij verkopen.	I want to sell my farm.	Learn
Ik wil mijn huis verkopen.	I want to sell my house.	Learn
Ik wil mijn keuken herinrichten.	I want to remodel my kitchen.	Learn
Ik wil mijn klanten niet verliezen.	I don’t want to lose my customers.	Learn
Ik wil mijn land dienen.	I want to serve my country.	Learn
Ik wil mijn sleutel terug.	I want my key back.	Learn
Ik wil mijn vriend aanmoedigen om te gaan sporten.	I want to encourage my friend to go and exercise.	Learn
Ik wil morgen gaan slapen.	I want to go to sleep tomorrow.	Learn
Ik wil naar huis.	I want to go home.	Learn
Ik wil naar Japan!	I want to go to Japan!	Learn
Ik wil niet alleen blijven met Tom.	I don’t want to be alone with Tom.	Learn
Ik wil niet blijven aandringen.	I don’t want to continue pressing the issue.	Learn
Ik wil niet gedwongen worden om mijn webcam aan te zetten.	I don’t want to be forced to turn on my webcam.	Learn
Ik wil niet met Tom samenwerken.	I don’t want to work with Tom.	Learn
Ik wil niet van mij zelf spreken.	I don’t want to speak about myself.	Learn
ik wil nog eens beklemtonen	I want to emphasize again	Learn
Ik wil nu vertrekken.	I want to leave now.	Learn
Ik wil slapen.	I want to sleep.	Learn
Ik wil toegang tot mijn facturen.	I want access to my invoices.	Learn
Ik wil u spreken voordat u weggaat.	I want to talk to you before you leave.	Learn
Ik wil van de gelegenheid gebruikmaken om mijn wensen over te brengen.	I would like to take this opportunity to convey my wishes.	Learn
Ik wil vertrekken.	I want to check out.	Learn
Ik wil vrijen.	I want to make love.	Learn
Ik wil water drinken.	I want to drink some water.	Learn
Ik wil werken.	I want to work.	Learn
Ik wil weten wie hiervoor betaald heeft.	I want to know who paid for this.	Learn
Ik wil wraak.	I want vengeance.	Learn
Ik wil zeggen dat het me spijt.	I want to say I’m sorry.	Learn
Ik wilde een touringcar huren.	I wanted to hire a coach.	Learn
Ik wilde het een beetje aanpassen.	I wanted to adjust it a bit.	Learn
Ik wilde niet dat mijn moeder erachter komt.	I didn’t want my mum to find out.	Learn
ik wist	I knew	Learn
Ik wist dat je het ging verprutsen.	I knew you’d mess things up.	Learn
Ik wist niet dat je zo goed kon koken.	I had no idea that you could cook so well.	Learn
Ik wist niet dat Mary jouw dochter was.	I had no idea that Mary was your daughter.	Learn