Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - E

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (717) B (1128) C (201) D (3961) E (1475) F (203) G (923) H (2247) I (1323) J (285) K (771) L (466) M (719) N (392) O (809) P (525) Q (2) R (394) S (1105) T (1090) U (194) V (1267) W (1134) X (3) Y (88) Z (929)
Dutch Recording English Learn
een project
a project
Een protest tegen het terugsturen van Afghanen.
A protest against the return of Afghans.
een provincie
a province
Een puntkomma is een leesteken dat bestaat uit een punt en een komma onder elkaar.
A semicolon is a punctuation mark that consists of a period and a comma one below the other.
een pure kwelling
a pure affliction
een put
a well
een raadsel
a riddle
een raaf
a raven
Een raaf is zwart als kool.
A raven is as black as coal.
een raam
a window
een raamovereenkomst
a framework agreement
een ramp
a disaster
een rechtschapen mens
a righteous person
een rechtsmiddel
a judicial remedy
Een reconstructie van een bewogen dag.
A reconstruction of an eventful day.
een reep chocolade
a bar of chocolate
een reep land
a strip of land
een reep stof
a strip of fabric
een reis
a journey
een rekenmachine
a calculator
een restaurant
a restaurant
een reusachtige afvoerput
a huge drain
een rietje
a straw
een rijbewijs
a driver’s license
een rijst
a rice
een rijverbod
a driving ban
een riooldeksel
a sewer cover
een rivier
a river
een rode auto
a red car
een rode wijn
a red wine
een roeping
a calling
een roltrap
an escalator
een rondje geven
to buy a round of drinks
een rondvraag
a survey
een roofmoord
a murder with robbery
een rubber
a rubber