Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - I

0 (2) 1 (81) 2 (25) 3 (24) 4 (26) 5 (22) 6 (22) 7 (22) 8 (21) 9 (20) A (867) B (471) C (723) D (493) E (288) F (394) G (243) H (531) I (921) J (72) K (51) L (293) M (397) N (211) O (204) P (525) Q (25) R (304) S (1023) T (4634) U (84) V (91) W (620) Y (232) Z (8) (1)
English Dutch Recording Learn
illegal

onwettig

illegally

illegaal

image

beeltenis

image

beeld

immaculate

smetteloze

immediately

terstond

immediately

onmiddellijk

immediately

meteen

immersion

onderdompeling

immortal

onsterfelijk

immovable

onroerend

impact

weerslag

impeccable

onberispelijk

implant

implantaat

implementation

implementatie

import

invoer

important

belangrijk

important (long form)

belangrijke

imposed

opgelegde

impossible

onmogelijk

impoverishes (3rd person singular)

verarmt

imprisonment

gevangenschap

imprisonment

hechtenis

imprisonment

gevangenisstraf

improper recruiting practices

ongepaste wervingspraktijken

in

in

In a corner formed by two houses (paragraph)

In een hoek, die gevormd werd door twee huizen (paragraaf)

In a corner formed by two houses, one of which protruded a little more than the other, she squatted down.

In een hoek, die gevormd werd door twee huizen, waarvan het ene een weinig meer dan het andere vooruitsprong, zette zij zich op haar hurken neer.

In a few moments you will receive a confirmation.

Binnen enkele ogenblikken ontvangt u een bevestiging.

in a fit of sobs

in een toeval van gesnik

in a transparent and honest way

op een transparante en eerlijke manier

in addition

bovendien

in addition to

bovenop

in advance

op voorhand

in all probability

hoogstwaarschijnlijk

in an instant

in een handomdraai