Dutch-English Dictionary - W

0 (1) 1 (7) 2 (3) A (597) B (895) C (168) D (3754) E (1374) F (166) G (754) H (2088) I (1270) J (252) K (624) L (381) M (595) N (319) O (650) P (400) Q (2) R (321) S (903) T (966) U (159) V (1063) W (995) X (3) Y (88) Z (832)

Dutch	English	Learn
wijzer dan zij is niemand op de wereld	there is no one in the world cleverer than she is	Learn
wijzigde	changed	Learn
wijzigen	to change	Learn
wijziging	change	Learn
Wikipedia	Wikipedia	Learn
Wikkel het als een kerstcadeau, alsjeblieft.	Please wrap it like a Christmas present.	Learn
Wil je de cursus voortzetten?	Do you want to continue the course?	Learn
Wil je geen sinaasappelsap?	Don’t you want any orange juice?	Learn
Wil je het water? Ja, alstublieft.	Do you want the water? Yes, please.	Learn
Wil je hier blijven?	Do you want to stay here?	Learn
Wil je iets drinken?	Would you like a drink?	Learn
Wil je me voor schut zetten waar al mijn vrienden bij zijn?	Do you want to embarrass me in front of my friends?	Learn
Wil je nu slapen?	Do you want to sleep now?	Learn
Wil je samen spelen?	Do you want to play together?	Learn
Wil je wat popcorn?	Would you like some popcorn?	Learn
wild	game (hunted animals)	Learn
wilde	wanted	Learn
wildebeest	wildebeest	Learn
wilgenhout	willow wood	Learn
wille	will	Learn
wilsbekwaam	mentally competent	Learn
wilt	want	Learn
Wilt u koffie of thee?	Would you like coffee or tea?	Learn
win	win	Learn
winden	winds	Learn
winderig	windy	Learn
windmolens en zonnepanelen	windmills and solar panels	Learn
windsels	bandages	Learn
windstoot	gust of wind	Learn
Windstoot haalt stelling naar beneden	Gust of wind brings down scaffolding	Learn
windsurfen	windsurfing	Learn
winkelcentrum	shopping centre	Learn
winkelen	shopping (noun)	Learn
winkelen	to shop	Learn
winkelier	shopkeeper	Learn
winkelramen	shop-windows	Learn