Dutch-English Dictionary - V

0 (1) 1 (7) 2 (3) A (597) B (895) C (168) D (3754) E (1374) F (166) G (754) H (2088) I (1270) J (252) K (624) L (381) M (595) N (319) O (650) P (400) Q (2) R (321) S (903) T (966) U (159) V (1063) W (995) X (3) Y (88) Z (832)

Dutch	English	Learn
voeg	add	Learn
Voeg wat melk toe.	Add a little milk.	Learn
voegwoord	conjunction	Learn
voegwoorden	conjunctions	Learn
Voegwoorden verbinden zinnen; ze maken de tekst vloeiender en begrijpelijker.	Conjunctions connect sentences; they make the text smoother and easier to understand.	Learn
Voegwoorden zijn belangrijk voor een goede structuur in je schrijven.	Conjunctions are important for good structure in your writing.	Learn
voel	feel	Learn
Voel je de drang om vaker te plassen?	Do you feel the urge to urinate more frequently?	Learn
voelden	felt	Learn
voelen	to feel	Learn
voelt	feels	Learn
voer	feed (noun)	Learn
voeren	to carry	Learn
voeren	execute (part 2)
voertaal	language of instruction	Learn
voertuig	vehicle	Learn
voertuigen	vehicles	Learn
voet	foot	Learn
voetafdruk	footprint	Learn
voetbal	football	Learn
voetbal	soccer (football)	Learn
voetballen	to play football	Learn
voetganger	pedestrian	Learn
voetgangster	pedestrian (female)	Learn
voetjes	feet (diminutive)	Learn
voetnoot	footnote	Learn
voetschimmel	athlete’s foot	Learn
voetstappen	footsteps	Learn
vogels	birds	Learn
vogelsoorten	bird species	Learn
vogeltje	bird (diminutive)	Learn
vogelvlucht	bird flight	Learn
vol	full	Learn
vol walging	full of disgust	Learn
voldaan	satisfied	Learn
voldeed	complied	Learn