Dutch-English Dictionary - V

0 (1) 1 (7) 2 (4) A (473) B (743) C (113) D (2778) E (660) F (124) G (576) H (1431) I (725) J (166) K (511) L (299) M (463) N (269) O (505) P (357) Q (1) R (249) S (708) T (633) U (113) V (819) W (666) Y (87) Z (490)

Dutch	English	Learn
vonden	found (plural)	Learn
vonken	sparks	Learn
vonnis	judgement	Learn
vont	basin	Learn
voor	for	Learn
voor	before (short form)	Learn
voor	in front of	Learn
Voor de internetgigant is het de uitgelezen kans om zijn activiteiten uit te breiden naar een nieuwe sector.	For the Internet giant it’s the perfect opportunity to expand its activities into a new sector.	Learn
voor de spelers om zich in te schrijven	for the players to register	Learn
Voor de werving van bezoekers voor een vakbeurs, is e-marketing en campagne management een cruciale succesfactor.	For the recruitment of visitors for a trade fair, e-marketing and campaign management are crucial success factors.	Learn
Voor dit eigendom moet u onroerende voorheffing betalen.	For this property, you have to pay a property tax.	Learn
voor haar	for her	Learn
voor half acht	for half past seven	Learn
voor hem	for him	Learn
Voor het geval dat.	Just in case.	Learn
Voor hoeveel?	For how many?	Learn
voor mij	for me	Learn
Voor mijn aankopen heb ik contant betaald.	I paid for my purchases in cash.	Learn
Voor morgenavond.	For tomorrow night.	Learn
Voor ontvangen oproepen daalt de prijs van 7 naar 5 cent.	For received calls, the price drops from 7 to 5 cents.	Learn
voor te stellen	to introduce (long form)	Learn
Voor vanavond.	For tonight.	Learn
Voor wie ben je bang?	Who are you afraid of?	Learn
vooraan	in the front	Learn
voorafgaand	prior	Learn
voorafgaande	previous	Learn
voorafgaande voorwaarden	preconditions	Learn
voorafgegaan	preceded	Learn
voorafje	appetizer	Learn
vooral	especially	Learn
vooraleer	before	Learn
vooralsnog	for the time being	Learn
vooras	front axle	Learn
voorbarig	premature	Learn
voorbarige	premature (long form)	Learn
voorbeeld	example	Learn