Skip to main content
Understand spoken Dutch
Search
User account menu
Show — User account menu
Hide — User account menu
Log in
Understand spoken Dutch
Search
Search
Main navigation
Show — Main navigation
Hide — Main navigation
Home
Online Lessons
Dictionary
FAQ
Donate
Blog
Testimonials
Contact
Breadcrumb
Home
Dictionary
Dutch-English Dictionary - H
Primary tabs
English-Dutch
Dutch-English
Dialogues
0
(1)
1
(9)
2
(3)
A
(717)
B
(1128)
C
(201)
D
(3961)
E
(1475)
F
(203)
G
(923)
H
(2247)
I
(1323)
J
(285)
K
(771)
L
(466)
M
(719)
N
(392)
O
(809)
P
(525)
Q
(2)
R
(394)
S
(1105)
T
(1090)
U
(194)
V
(1267)
W
(1134)
X
(3)
Y
(88)
Z
(929)
Dutch
Recording
English
Learn
Hij gaf me het bevel om op te staan.
He ordered me to stand up.
Learn
Hij gebaarde met zijn hoofd naar een pilaar.
He gestured with his head to a pillar.
Learn
Hij gebruikte kaas om muizen te lokken.
He used cheese to lure mice.
Learn
Hij gedroeg zich erg verwaand tijdens het gesprek.
He acted very arrogantly during the conversation.
Learn
Hij geeuwde uitbundig.
He gave a big yawn!
Learn
Hij ging er persoonlijk naar toe.
He went there in person.
Learn
Hij ging met haar mee.
He went with her.
Learn
Hij ging reizen op zoek naar avontuur.
He went traveling in search of adventure.
Learn
Hij greep de gelegenheid aan om werk te krijgen.
He grabbed the chance to get a job.
Learn
Hij greep me bij mijn kraag.
He grabbed me by the collar.
Learn
Hij groef een gat in de tuin.
He dug a hole in the garden.
Learn
Hij groef een gat.
He dug a hole.
Learn
hij groeit
he grows
Learn
Hij had 50 euro gevraagd.
He had asked for 50 euros.
Learn
Hij had een gat in zijn sok.
He had a hole in his sock.
Learn
Hij had er nog nooit zó gestoord uitgezien.
He had never looked so disturbed.
Learn
Hij had geen verweer waartegen.
He had no defense against it.
Learn
Hij had nachtmerries.
He had nightmares.
Learn
Hij had nog maar luttele euro’s op zak.
He had only a few euros left in his pocket.
Learn
Hij handelde louter uit eigenbelang.
He acted purely out of self-interest.
Learn
Hij handelt uit rancune.
He’s acting out of spite.
Learn
hij heeft
he has
Learn
Hij heeft aangedrongen.
He insisted.
Learn
Hij heeft de familie onteerd.
He has dishonoured the family.
Learn
Hij heeft de was gesmolten voor het beeld.
He melted the wax for the statue.
Learn
Hij heeft een baard.
He has a beard.
Learn
Hij heeft een bier besteld.
He ordered a beer.
Learn
Hij heeft een buitenlandse wagen.
He has a foreign car.
Learn
Hij heeft een gat in zijn hand.
He spends too much money.
Learn
Hij heeft een gulle lach.
He has a hearty laugh.
Learn
Hij heeft een hond.
He has a dog.
Learn
Hij heeft een liefje in Parijs.
He has a lover in Paris.
Learn
Hij heeft een nieuwe ster ontdekt.
He discovered a new star.
Learn
Hij heeft een piercing.
He has a body piercing.
Learn
Hij heeft een pistool.
He has a gun.
Learn
Hij heeft een scheppend vermogen dat bewonderenswaardig is.
He has a creative capacity that is admirable.
Learn
Pagination
First page
« First
Previous page
‹ Previous
…
Page
41
Page
42
Page
43
Page
44
Current page
45
Page
46
Page
47
Page
48
Page
49
…
Next page
Next ›
Last page
Last »