Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - H

0 (2) 1 (16) 2 (8) A (760) B (1159) C (210) D (4158) E (1651) F (206) G (959) H (2456) I (1493) J (308) K (792) L (470) M (780) N (422) O (848) P (535) Q (2) R (405) S (1126) T (1136) U (202) V (1337) W (1240) X (3) Y (88) Z (1026)
Dutch Recording English Learn
Hij had geen verweer waartegen.
He had no defense against it.
Hij had nachtmerries.
He had nightmares.
Hij had nog maar luttele euro’s op zak.
He had only a few euros left in his pocket.
Hij had zich ruim van tevoren voorbereid.
He had prepared well in advance.
Hij handelde louter uit eigenbelang.
He acted purely out of self-interest.
Hij handelt uit rancune.
He’s acting out of spite.
hij heeft
he has
Hij heeft aangedrongen.
He insisted.
Hij heeft de familie onteerd.
He has dishonoured the family.
Hij heeft de was gesmolten voor het beeld.
He melted the wax for the statue.
Hij heeft een baard.
He has a beard.
Hij heeft een bier besteld.
He ordered a beer.
Hij heeft een breuk in zijn arm.
He has a fracture in his arm.
hij heeft een broertje
he has a little brother
Hij heeft een buitenlandse wagen.
He has a foreign car.
Hij heeft een gat in zijn hand.
He spends too much money.
Hij heeft een gulle lach.
He has a hearty laugh.
Hij heeft een hond.
He has a dog.
hij heeft een klein hoofd
he has a small head
Hij heeft een liefje in Parijs.
He has a lover in Paris.
Hij heeft een nieuwe ster ontdekt.
He discovered a new star.
Hij heeft een piercing.
He has a body piercing.
Hij heeft een pistool.
He has a gun.
Hij heeft een scheppend vermogen dat bewonderenswaardig is.
He has a creative capacity that is admirable.
Hij heeft een wet overtreden.
He violated a law.
Hij heeft ervaring in de uitbating van verschillende bedrijven.
He has experience in the operation of various businesses.
Hij heeft geen respect voor gezag.
He has no respect for authority.
Hij heeft grote oren.
He has big ears.
Hij heeft krachtige armen.
He has powerful arms.
Hij heeft kwijl op zijn kin.
He has drool on his chin.
Hij heeft lang haar.
He has long hair.
Hij heeft me bedrogen.
I was deceived by him.
Hij heeft met zijn vrouw gebroken.
He had broken up with his wife.
Hij heeft mij bevolen te zwijgen.
He ordered me to be silent.
Hij heeft nog niet op mijn e-mail gereageerd.
He hasn't yet responded to my email.
Hij heeft ook een appel.
He also has an apple.