"you (singular)" Practice Dutch lesson

Learn

Recording	English	Dutch	Status
	You are also required to submit your child’s school attendance four times a year.	Je bent ook verplicht de schoolaanwezigheid van je kind vier keer per jaar in te dienen.
	But if you insist upon being easy on yourself, life is going to be very hard on you.	Maar als je erop staat om het jezelf gemakkelijk te maken, zal het leven heel moeilijk voor je zijn.
	Do you think maybe she would like to swim, and to let the water splash over her head?	Denk je misschien, dat zij plezier heeft om te zwemmen en het water boven haar hoofd uit te laten spatten?
	In the state of New York you must submit a plan of education, including a list of textbooks that you will use.	In de staat van New York moet je een plan van onderwijs indienen, inclusief een lijst met schoolboeken die je gaat gebruiken.
	Keep your decency and bow to the old duck you see there: that is the most important of all; she is of Spanish descent, which is why she is so fat.	Houdt je fatsoen en maak een buiging voor de oude eend, die je daar ziet: dat is de voornaamste van alle; zij is van Spaanse afkomst, daarom is zij zo dik.
	you act	je fungeert
	You are right.	Je hebt gelijk.
	she moans at you	zij tegen je kermt
	Tom believed you.	Tom geloofde je.
	Do you have a light?	Heb je een vuurtje?
	Whose side are you on?	Aan wiens kant sta je?
	Can you understand me?	Kun je me verstaan?
	Where did you buy that bag?	Waar heb je die tas gekocht?
	How do you tackle SEO in Drupal?	Hoe pak je SEO in Drupal aan?
	What you say is correct.	Wat je zegt is correct.
	When are you going to Vienna?	Wanneer ga je naar Wenen?
	Do you want a fresh towel?	Wil je een verse handdoek?
	Are you still overweight?	Ben je nog steeds te zwaar?
	You still have to comb your hair.	Je moet je haar nog kammen.
	Do you have an objection to Skype?	Heb je bezwaar tegen Skype?