Mag ik de kamer eerst zien?
Tom wil de boerderij verkopen.
Ik wil mijn boerderij verkopen.
Ik moet mijn boerderij verkopen.
Ik zou willen weten wat je van plan bent.
We moeten onze boerderij verkopen.
Tom heeft drie kinderen die dokter zijn.
Tom wil zijn boerderij niet verkopen.
Ik wist niet dat Tom geen Frans kon spreken.
Ik denk niet dat Tom ooit iets zoals dat zou zeggen.
loslaten
te spelen
fouten maken
naar de film gaan
Mogen we hier zitten?
Ga in je kamer spelen.
Yanni wil de beste zijn.
Mogen we de wijnkaart zien?
Ik ben bang om alleen te zijn.
We kunnen later gaan winkelen.