Understand spoken Dutch

Verbs (infinitives) Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
Parents should be able to choose home education for their children in every country.

Ouders moeten voor thuisonderwijs voor hun kinderen kunnen kiezen, in ieder land.

“I had never imagined such happiness, when I was still an ugly duckling!”

«Zoveel geluk had ik mij niet kunnen voorstellen, toen ik nog een lelijk eendje was!»

Have you not come into a warm room and don’t you have a company from which you can learn something?

Ben je niet in een warme kamer gekomen en heb je niet een gezelschap, waarvan je nog wat kunt leren?

They all look exactly like their father; but that rascal doesn’t even come to visit me.

Zij lijken allemaal precies op hun vader; maar die ondeugd komt mij niet eens bezoeken.

It is sad that in the Netherlands, a country known as tolerant, parents cannot make this choice.

Het is verdrietig dat in Nederland, een land dat bekend staat als tolerant, ouders deze keuze niet kunnen maken.

“You are terribly ugly!” the wild ducks said; “But we don’t care as long you don’t marry someone within our family!”

“Je bent verschrikkelijk lelijk!” zeiden de wilde eenden; “maar dat kan ons niet schelen, als je maar niet met iemand van onze familie trouwt!”

to meet a goal (long form)

te halen

to wipe (long form)

te vegen

to hatch; to forge (long form)

te smeden

to breed (long form)

te fokken

to sing (long form)

te zingen

to blow (long form)

te blazen

but the duckling thought they would harm him; and in his fear he flew into the milk pail, so the milk was splashed all over the room

maar het eendje dacht, dat zij hem kwaad wilden doen en vloog in zijn angst juist in het melkvat, zodat de melk overal in de kamer rondspatte

to go skiing

gaan skiën

to aim at (long form)

te viseren

to cluck (long form)

te kakelen

to drive (long form)

te drijven

to look for a job

werk zoeken

to be on a diet

op dieet zijn

to place (long form)

te plaatsen