Ze zeggen me dat je verstrooid bent.
Ze nam het potlood en begon te schrijven.
Het leven is kort, je moet er van genieten.
wanneer er Frans gesproken moet worden
Het is dus verkeerd, we moeten het veranderen
Tom en Mary wonen op dezelfde verdieping.
Tom kan me beter doen voelen na een slechte dag.
testscenario’s opstellen
Ik wil met het Amerikaanse consulaat spreken.
Kan ik met een kredietkaart betalen?
Kun je een restaurant aanbevelen met een goed uitzicht?
Laten we boodschappen doen.
Het arme eendje wist niet, hoe het zich zou wenden of keren
Voor dit eigendom moet u onroerende voorheffing betalen.
“Nu begint het mij haast te vervelen!” en zij ging er weer op zitten.
Ik wil enkel in een appartement wonen als het een balkon heeft.
Van haar vader zou zij zeker slaag krijgen, en thuis was het ook koud.
Mijn kinderen houden erg van het verhaal van Sneeuwwitje.
“Wel zo, hoe gaat het?” vroeg een oude eend, die haar eens een bezoek kwam brengen.
Prinsessen waren er genoeg; maar of het echte prinsessen waren, kon hij niet te weten komen.