Je zult toch wel niet wijzer willen zijn dan de kater en de vrouw.
Dit zeggende, pakte zij het beet en streek zijn veren glad.
Laat dat maar liggen, en leer je andere kinderen liever zwemmen!
en het eendje zat in de hoek en voelde zich diep ongelukkig
Zo kwam het aan het grote moeras, waar de wilde eenden woonden.
want zij dachten, dat zij de helft waren, en verreweg de beste helft
De vrouw schreeuwde en sloeg met de tang naar het arme beest.
Het arme eendje wist niet, hoe het zich zou wenden of keren; het was treurig, omdat het er lelijk uitzag en door al de anderen bespot werd.
De vogeltjes in het geboomte vlogen daardoor verschrikt op.
en zo werd het eendje voor drie weken op de proef aangenomen
Zij waren spierwit en hadden lange, buigzame halzen: het waren zwanen
boog zijn kop voorover en verwachtte niets anders dan de dood
“Het duurt geducht lang met dat ene ei,” zei de eend, die er nu weer op zat.
Het lag in het moeras tussen het riet, toen de zon weer warm begon te schijnen.
Ik kon ze er maar niet in krijgen; hoe ik ook kwakte, het hielp mij niemendal!
De kip had korte, lage poten, en daarom werd zij juffrouw Kortbeen genoemd
Nu klapte hij met zijn vleugels, richtte zijn slanke hals op en jubelde van ganser harte
“Bovendien is het een woerd,” zeide zij; “en daarom doet het er zo veel niet toe.”
Nu gevoelde het zich geheel beschaamd en stak zijn kop onder zijn vleugels
“Het heeft te lang in het ei gezeten, en daardoor is het wat mismaakt geworden!”