Hoe gaat het met je vader?
Ik ben zo terug.
eenenvijftig
eenentachtig
Ik ben terug thuis.
Yanni ging terug naar zijn kamer.
Eet je graag kip?
Iedereen gaat.
Wie heeft dat gedaan?
Ik heb dat niet gedaan.
Laat mij het ei eens zien!
Ik wist wel dat je zou komen.
Tom heeft het niet gedaan.
Weet je hoe ik daar kan komen?
Welke bus moet ik dan hebben?
Waarom heeft Yanni dat gedaan?
ik liep
Wie ben je?
hun ogen
dit geld