Waar gaat deze trein heen?
Ik denk dat ik Tom kan vinden.
Welke kleur hebben je ogen?
Welke kleur zijn zijn ogen?
Welke kleur heeft zijn haar?
Hier zullen ze ons nooit vinden.
Het was liefde op het eerste gezicht.
Het arme eendje had het al heel slecht.
ik nam
halfvol
ik zoek
Waar woon je?
O, dat weet ik niet.
Dit is geen hoed.
Ik vind dat leuk.
Waar is haar hoed?
Bij mij thuis of bij jou?
Is al dit geld van jou?
Ik zoek een oude man.
Ik zal wijn brengen.