Understand spoken Dutch

Dates and times Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
Today you failed. Vandaag heb je gefaald.
We’re moving tomorrow. We gaan morgen verhuizen.
My dad used to drive a Beetle. Vroeger reed mijn vader een Kever.
Is he approachable now? Is hij aanspreekbaar nu?
as the days passed naarmate de dagen verstreken
You played football yesterday. Jij ging gisteren voetballen.
Yanni has more mouths to feed now. Yanni heeft meer monden te voeden nu.
You took it out of the oven too soon. Je hebt het te vroeg uit de oven gehaald.
I learned something today, thanks to you. Ik heb iets geleerd vandaag, dankzij jou.
I used to be in love with the teacher. Vroeger was ik verliefd op de juffrouw.
Today is a cool, rainy day. Vandaag is een koude, regenachtige dag.
Pentecost is a Christian holiday. Pinksteren is een christelijke feestdag.
People who go to bed early and get up early live a long time. Mensen die vroeg naar bed gaan en vroeg opstaan, leven lang.
Where were you the night the factory burned down? Waar was je op de avond dat de fabriek platbrandde?
He has repented and now lives as a father in an abbey. Hij heeft zich bekeerd en woont nu als pater in een abdij.
Let’s leave now before anyone changes their mind. Laat ons nu weggaan vooraleer iemand van gedacht verandert.
Sooner or later the prisoners of war will be liberated. Vroeg of laat zullen de krijgsgevangenen bevrijd worden.
He who buries his head in the sand today will grind his teeth tomorrow. Wie vandaag zijn kop in het zand steekt, knarst morgen met zijn tanden.
Here are the new words that I have noted down until today. Hier zijn de nieuwe woorden die ik tot vandaag heb genoteerd.
The first exit polls last night did fear the worst. De eerste exitpolls gisteravond deden het ergste vermoeden.