Hij schudt zijn hoofd.
iets onder de knie hebben
de pieren uit de neus halen
De man had pijn op zijn borst.
Ik knoop mijn trui om mijn middel.
Een meniscus is geen been.
Yanni moet zijn handen wassen.
Houd je ogen wijd open alsjeblieft.
Door de val brak hij een bot in zijn been.
Zijn mond voelde plotseling kurkdroog aan.
want de pijl had een pees in zijn hals getroffen
De baarmoeder is de moeder van alle dingen.
Leg eieren of spin, en maak je anders uit de voeten!
Ik krijg mijn koptelefoon niet van mijn hoofd.
Yanni vond een dood lichaam dichtbij het meer.
de tong hing hem uit de bek, en zijn ogen schoten vlammen
Het is kraakbeen, een elastisch, buigzaam weefsel.
De nieuwjaarszon ging over het kleine lijkje op.
Zij waren spierwit en hadden lange, buigzame halzen: het waren zwanen
Als ik bij de proeven veel lef moet tonen, zal dat moeilijk worden.