de darm
een poot
de vuist
maagdarm
keelpijn
de armen
de vingers
het lichaam
het litteken
zijn litteken
het ruggenmerg
Ze heeft een litteken.
Tom kon zijn ogen niet geloven.
Dat litteken zal hij altijd houden.
en, zie je wel, zij heeft een rood lapje om haar poot
Haar handjes waren bijna geheel van de kou verstijfd.
“Het zijn lieve kinderen die de moeder heeft,” zei de oude eend met het lapje om de poot
De kleine strekte haar beide handjes er naar uit: daar ging het lucifertje uit.
de arm
de bek