Body parts Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	head louse	hoofdluis
	nail polish	nagellak
	the nails	de nagels
	the ribs	de ribben
	the tits	de tetten
	on their toes	op hun tenen
	the waist	het middel
	her tits	haar tetten
	Donate blood.	Schenk bloed.
	his sore ribs	zijn zere ribben
	the shoulder	de schouder
	My brain is full.	Mijn brein is vol.
	the forehead	het voorhoofd
	the womb	de baarmoeder
	John’s hand is clean.	De hand van Jan is rein.
	She’s shaking her head.	Ze schudt haar hoofd.
	the face	het aangezicht
	raising the voice	stemverheffing
	her hands on her lap	haar handen op haar schoot
	their flailing arms	hun maaiende armen