Opgepast voor de hond!
Zijn wespen giftig?
een wildebeest
de struisvogel
een stel heel rare fretten
Deze wei zit vol kikkers.
“De andere eendjes zien er allerliefst uit,” zei de oude eend; “doe maar, alsof je thuis waart, en als je een palingkop vindt, dan kun je die wel aan mij brengen.”
Het arme eendje werd door allen geplaagd; zelfs zijn zusters waren kwaad op hem en zeiden steeds: “Mocht de kat je maar beetpakken, jou lelijk schepsel!”
De wolf en de drie biggetjes
Mama, kunnen olifanten vliegen?
Uilen jagen vooral ’s nachts.
Goudlokje en de drie beren
Ik hoor dat Tom insecten eet.
Ik ben doodsbang van honden
Vroeger reed mijn vader een Kever.
Je weet nooit hoe een koe een haas vangt.
“Kwak, kwak! Gaat maar met mij mee, dan zal ik je in de grote wereld brengen en je in de eendenkooi voorstellen: maar zorgt, dat je dicht in mijn nabijheid blijft, en neemt je voor de kat in acht!”
Tom wil een pony kopen voor zijn zoon.
de eenhoorn is een mythisch dier
En de kater, die zij haar zoontje noemde, kon een hoge rug zetten en spinnen; hij gaf zelfs vonken van zich, maar dan moest men zijn haar de verkeerde kant opstrijken.