Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - H

0 (1) 1 (6) 2 (4) 3 (1) 4 (1) A (1691) B (591) C (1029) D (721) E (441) F (572) G (358) H (941) I (1639) J (101) K (65) L (429) M (582) N (297) O (316) P (719) Q (27) R (442) S (1468) T (6379) U (130) V (105) W (998) X (4) Y (322) Z (10)
English Dutch Recording Learn
He had only a few euros left in his pocket. Hij had nog maar luttele euro’s op zak.
he had to hij moest
He had to take a deep breath before he spoke. Hij moest diep inademen voordat hij sprak.
He hardly ever takes a shower. Hij neemt vrijwel nooit een douche.
he has hij heeft
He has a beard. Hij heeft een baard.
He has a body piercing. Hij heeft een piercing.
He has a creative capacity that is admirable. Hij heeft een scheppend vermogen dat bewonderenswaardig is.
He has a dog. Hij heeft een hond.
He has a foreign car. Hij heeft een buitenlandse wagen.
He has a gun. Hij heeft een pistool.
He has a hearty laugh. Hij heeft een gulle lach.
He has a lot of authority. Hij heeft veel gezag.
He has a lot of books on history. Hij heeft veel boeken over de geschiedenis.
He has a lot of self confidence. Hij heeft veel zelfvertrouwen.
He has a lover in Paris. Hij heeft een liefje in Parijs.
He has big ears. Hij heeft grote oren.
He has changed his address. Hij heeft zijn adres gewijzigd.
He has dishonoured the family. Hij heeft de familie onteerd.
He has drool on his chin. Hij heeft kwijl op zijn kin.
He has experience in the operation of various businesses. Hij heeft ervaring in de uitbating van verschillende bedrijven.
He has just come back. Hij is net teruggekomen.
He has just left. Hij is net weggegaan.
He has long hair. Hij heeft lang haar.
He has lost interest in politics. Hij verloor de belangstelling voor politiek.
He has no respect for authority. Hij heeft geen respect voor gezag.
He has not yet recovered consciousness. Hij is nog niet bij bewustzijn gekomen.
He has pimples. Hij heeft puisten.
He has powerful arms. Hij heeft krachtige armen.
He has repented and now lives as a father in an abbey. Hij heeft zich bekeerd en woont nu als pater in een abdij.
He has two children. Hij heeft twee kinderen.
He has two convictions. Hij heeft twee veroordelingen.
He hasn't yet responded to my email. Hij heeft nog niet op mijn e-mail gereageerd.
He insisted. Hij heeft aangedrongen.
He insists on a quick solution. Hij dringt aan op een snelle oplossing.
He interrupted the speaker with frequent questions. Hij onderbrak de spreker telkens met vragen.