Skip to main content
Understand spoken Dutch
Search
User account menu
Show — User account menu
Hide — User account menu
Log in
Understand spoken Dutch
Search
Search
Main navigation
Show — Main navigation
Hide — Main navigation
Home
Online Lessons
Dictionary
FAQ
Donate
Blog
Testimonials
Contact
Breadcrumb
Home
Dictionary
English-Dutch Dictionary - H
Primary tabs
English-Dutch
Dutch-English
Dialogues
0
(1)
1
(6)
2
(4)
3
(1)
4
(1)
A
(1691)
B
(591)
C
(1029)
D
(721)
E
(441)
F
(572)
G
(358)
H
(941)
I
(1639)
J
(101)
K
(65)
L
(429)
M
(582)
N
(297)
O
(316)
P
(719)
Q
(27)
R
(442)
S
(1468)
T
(6379)
U
(130)
V
(105)
W
(998)
X
(4)
Y
(322)
Z
(10)
English
Dutch
Recording
Learn
He earns twenty dollars a day.
Hij verdient twintig dollar per dag.
Learn
He eats a lot.
Hij eet veel.
Learn
He ended up in bad company.
Hij kwam in slecht gezelschap terecht.
Learn
He ended up in the river.
Hij is in de rivier terecht gekomen.
Learn
He enters the classroom.
Hij komt de klas binnen.
Learn
He examined the colourful wrapping of the gifts.
Hij bekeek de kleurrijke wikkel van de cadeautjes.
Learn
He felt a little shaky.
Hij voelde zich een beetje beverig.
Learn
He felt a wave of excitement.
Hij voelde een golf van opwinding.
Learn
he felt behind him
hij tastte achter zich
Learn
He felt somewhat disappointed by the outcome.
Hij voelde zich enigszins teleurgesteld door het resultaat.
Learn
He felt uneasy in the dark.
Hij voelde zich onbehaaglijk in het donker.
Learn
He felt worse than ever.
Hij voelde zich rotter dan ooit.
Learn
He finished his homework at the last minute.
Hij maakte zijn huiswerk op het valreep af.
Learn
He gathered his books together.
Hij nam zijn boeken bij elkaar.
Learn
He gave a big yawn!
Hij geeuwde uitbundig.
Learn
He gave me a poke.
Hij gaf me een por.
Learn
He gave me an example.
Hij gaf me een voorbeeld.
Learn
He gave the dog a bone.
Hij gaf een bot aan de hond.
Learn
He gestured with his head to a pillar.
Hij gebaarde met zijn hoofd naar een pilaar.
Learn
He gets his hair cut once a month.
Hij laat zijn haar eens per maand knippen.
Learn
He got angry over nothing.
Hij werd nijdig om niets.
Learn
He got expelled for lewd conduct.
Hij werd geschorst voor onzedelijk gedrag.
Learn
He got lost in the forest.
Hij is verdwaald in het bos.
Learn
He grabbed me by the collar.
Hij greep me bij mijn kraag.
Learn
He grabbed the chance to get a job.
Hij greep de gelegenheid aan om werk te krijgen.
Learn
He groped in the dark.
Hij tastte in het donker.
Learn
he grows
hij groeit
Learn
He grumbled about the cold weather.
Hij mopperde over het koude weer.
Learn
He had a hole in his sock.
Hij had een gat in zijn sok.
Learn
He had always been a bit of an oddball.
Hij was altijd nogal een zonderling.
Learn
He had asked for 50 euros.
Hij had 50 euro gevraagd.
Learn
He had broken up with his wife.
Hij heeft met zijn vrouw gebroken.
Learn
He had his hair cut short.
Hij liet zijn haar kort knippen.
Learn
He had never looked so disturbed.
Hij had er nog nooit zó gestoord uitgezien.
Learn
He had nightmares.
Hij had nachtmerries.
Learn
He had no defense against it.
Hij had geen verweer waartegen.
Learn
Pagination
First page
« First
Previous page
‹ Previous
…
Page
2
Page
3
Page
4
Page
5
Current page
6
Page
7
Page
8
Page
9
Page
10
…
Next page
Next ›
Last page
Last »