Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - W

0 (1) 1 (7) 2 (3) A (597) B (895) C (168) D (3754) E (1374) F (166) G (754) H (2088) I (1270) J (252) K (624) L (381) M (595) N (319) O (650) P (400) Q (2) R (321) S (903) T (966) U (159) V (1063) W (995) X (3) Y (88) Z (832)
Dutch Recording English Learn
weidevogelkuikens
meadow bird chicks
weidevogels
meadow birds
weigeraars
refusers
weigeren
to refuse
weigert
refuses
weiland
meadow
weinig hoop voor duikboot
little hope for submarine
weinig mededogen
little compassion
weken
weeks
wekken
to wake
wekker
alarm clock
wekkerradio
clock radio
welig
profusely
weliswaar
indeed
Welk bedrijf biedt de goedkoopste verzekeringen?
Which company offers the cheapest insurance?
Welk boek lees je?
Which book are you reading?
Welk soort eten vind je niet lekker?
What kind of food do you not like?
Welk tarief mag ik hanteren?
What rate should I use?
Welk team zal de wedstrijd winnen?
Which team will win the game?
Welke apparatuur gebruikt u voornamelijk?
What equipment do you mainly use?
Welke auto ziet er het beste uit volgens jou?
Which car do you think looks best?
Welke bus moet ik dan hebben?
Which bus should I take then?
Welke dag is het morgen?
What day is it tomorrow?
Welke dag is het vandaag?
What day is today?
Welke dag is het?
What day is it?
Welke is goedkoper?
Which one is cheaper?
Welke kleur hebben de muren van je slaapkamer?
What colour are your bedroom walls?
Welke kleur hebben je ogen?
What colour are your eyes?
Welke kleur heeft je haar?
What colour is your hair?
Welke kleur heeft zijn haar?
What colour is his hair?
Welke kleur huis vind je mooi?
What colour house do you like?
Welke kleur zijn zijn ogen?
What colour are his eyes?
Welke originele iPad hoes past bij je iPad?
Which original iPad cover fits your iPad?
Welke taal spreekt hij?
What language does he speak?
Welke talen spreek je?
Which languages do you speak?
Welke talen spreekt u?
What languages do you speak? (formal)