jas
Java
je
Je begrijpt dat toch?
Je bent een erg rijk persoon.
Je bent een onmogelijk mens.
Je bent erbij betrokken.
Je bent geen ochtendmens, heb ik begrepen.
Je bent gehuwd en hebt twee kinderen.
Je bent gestoord.
Je bent laat.
Je bent ook verplicht de schoolaanwezigheid van je kind vier keer per jaar in te dienen.
Je bent verantwoordelijk voor de kwaliteit van het product, op functioneel en niet-functioneel vlak.
Je bent werkloos.
Je bent zeker niet goed bij je verstand.
Je dochter gebruikt drugs.
je fungeert
Je had eerder moeten opstaan.
Je had me je moeten laten helpen.
Je hebt dit onderdeel afgerond.
Je hebt een grote maag.
Je hebt geen alibi voor de dag van de moord.
Je hebt gelijk.
Je hebt het te vroeg uit de oven gehaald.
Je hebt iets reins en weerloos gedood.
Je hebt niets uit te voeren, en daarom verzin je allerlei dwaasheden
Je hebt sowieso een baan nodig.
Je hoeft geen formele toespraak voor te bereiden.
Je hoeft je niet over zoiets zorgen te maken.
Je hoeft niet meer alsof te doen.
Je kan hem vertrouwen dat hij zijn woord zal houden.
Je kan het spel op dit moment niet opslaan.
Je kan niet winnen als je niet speelt.
Je kunt je fortuin daar wel maken, hoe lelijk je ook wezen mocht.