Skip to main content
Understand spoken Dutch
Search
User account menu
Show — User account menu
Hide — User account menu
Log in
Understand spoken Dutch
Search
Search
Main navigation
Show — Main navigation
Hide — Main navigation
Home
Online Lessons
Dictionary
FAQ
Donate
Blog
Testimonials
Contact
Breadcrumb
Home
Dictionary
Dutch-English Dictionary - H
Primary tabs
English-Dutch
Dutch-English
Dialogues
0
(2)
1
(16)
2
(8)
A
(760)
B
(1159)
C
(210)
D
(4158)
E
(1651)
F
(206)
G
(959)
H
(2456)
I
(1493)
J
(308)
K
(792)
L
(470)
M
(780)
N
(422)
O
(848)
P
(535)
Q
(2)
R
(405)
S
(1126)
T
(1136)
U
(202)
V
(1337)
W
(1240)
X
(3)
Y
(88)
Z
(1026)
Dutch
Recording
English
Learn
het akkoord
the agreement
Learn
het altaar
the altar
Learn
Het altaar was hol.
The altar was hollow.
Learn
het alternatief
the alternative
Learn
het ambacht van de schoenmaker
the shoemaker’s craft
Learn
het antwoord
the answer
Learn
Het antwoord op de vraag is nog steeds uitgebleven.
The answer to the question is still missing.
Learn
het appartement
the appartment
Learn
het appelsap
the apple juice
Learn
Het arme beest wist niet, hoe die vogels heetten, ook niet, waar zij naar toe vlogen
The poor animal did not know what these birds were called nor where they were flying to
Learn
Het arme beest!
The poor beast!
Learn
Het arme eendje had het al heel slecht.
The poor duckling had it very bad already.
Learn
Het arme eendje werd door allen geplaagd; zelfs zijn zusters waren kwaad op hem en zeiden steeds: “Mocht de kat je maar beetpakken, jou lelijk schepsel!”
The poor duckling was teased by all; even his sisters were angry with him and kept saying, “If only the cat grabbed you, you ugly creature!”
Learn
Het arme eendje wist niet, hoe het zich zou wenden of keren
The poor duckling did not know what to do
Learn
Het arme eendje wist niet, hoe het zich zou wenden of keren; het was treurig, omdat het er lelijk uitzag en door al de anderen bespot werd.
The poor duckling did not know what to do; it was sad because it looked ugly and was mocked by everyone else.
Learn
het arrest
the arrest
Learn
het artikel
the article
Learn
het aspect
the aspect
Learn
het avondeten
the dinner
Learn
het avontuur
the adventure
Learn
het bad
the bath
Learn
het bagagerek
the luggage rack
Learn
het balkon
the balcony
Learn
Het balkon is klein.
The balcony is small.
Learn
het bankieren
the banking
Learn
het bankstel
the couch
Learn
het bed
the bed
Learn
het bed opmaken
to make the bed
Learn
het bederf van fruit
the decay of fruit
Learn
het bedrijf
the company
Learn
Het bedrijf heeft vestigingen in twaalf Europese landen.
The company has branches in twelve European countries.
Learn
Het bedrijf produceert allerlei muziekinstrumenten.
The company manufactures a wide variety of musical instruments.
Learn
het bedwang
the control
Learn
het beeld
the image
Learn
het beeld op de muur
the picture on the wall
Learn
het been
the leg
Learn
Pagination
First page
« First
Previous page
‹ Previous
…
Page
10
Page
11
Page
12
Page
13
Current page
14
Page
15
Page
16
Page
17
Page
18
…
Next page
Next ›
Last page
Last »