Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - D

0 (1) 1 (7) 2 (4) A (473) B (743) C (113) D (2778) E (660) F (124) G (576) H (1431) I (725) J (167) K (511) L (299) M (463) N (269) O (505) P (357) Q (1) R (249) S (708) T (634) U (113) V (819) W (667) Y (87) Z (490)
Dutch Recording English Learn

dat klotegevoel

that fucking feeling

Dat litteken zal hij altijd houden.

He will always have that scar.

Dat meisje dat een sjaal draagt, is maagd.

That girl who’s wearing a scarf is a virgin.

dat opwindende tafereel

that exciting scene

Dat verandert niets.

That doesn’t change a thing.

Dat vind ik allebei niet juist en dat zit mij persoonlijk dwars.

I don’t think that’s right, and it bothers me personally.

Dat voorstel van Groen komt in de marge van de heisa rond minister van economie.

That proposal, from the Greens comes in the wake of the hoopla surrounding the Economy Minister ...

Dat was al daar.

That was already there.

Dat was een moeilijke test.

That was a difficult test.

Dat was een schrik voor het arme eendje.

That was a fright for the poor duckling.

Dat was geen moeilijke beslissing om te maken.

That wasn’t a hard call to make.

Dat was gelogen.

That was a lie.

Dat was het hoogtepunt van mijn dag.

That was the high point of my day.

Dat was mijn afdeling.

That was my department.

Dat was mijn werk.

That was my job.

Dat was niet mijn bedoeling.

That was not my intention.

Dat zal Tom niet storen.

Tom won’t mind.

Dat zou je moeten weten.

You should know that.

Dat zullen wij eens proberen!

We will try that!

data

data

database

database

datum

date

daveren

to shake

de

the

de 18e eeuw

the 18th century

de 19e eeuw

the 19th century

de 20e eeuw

the 20th century

de 21e eeuw

the 21st century

de aalmoes

the penny

de aalmoezen

the alms

de aanbeveling

the recommendation

de aanbevelingen

the recommendations

de aanbidder

the admirer

de aanbieding

the offer

de aanbieding is nog steeds geldig

the offer is still valid

de aandacht

the attention