Deze zagen hem en kwamen met klappende vleugels op hem af.
een paar seconden lang konden ze geen vin verroeren
Het paar deed een forse schenking aan hun kinderen.
er klonk geroezemoes onder de toeschouwers
En de zwanen zwommen om hem heen en streelden hem met hun snavels.
en op de heg zat een raaf en deed haar klagend gekras horen
daarop nam zij twintig matrassen en legde deze op de erwt
De volgenden morgen vroeg men haar, hoe zij geslapen had.
want zij dachten, dat zij de helft waren, en verreweg de beste helft
De vrouw schreeuwde en sloeg met de tang naar het arme beest.
Het was snerpend koud, het sneeuwde en begon al donker te worden.
één daarvan viel naar beneden en vormde een lange, vurige streek.
Tom en Mary zetten hun drankjes neer en begonnen elkaar te kussen.
boog zijn kop voorover en verwachtte niets anders dan de dood
Wat brandde het vuur daarin, welk een heerlijke warmte gaf het van zich!
Het lag in het moeras tussen het riet, toen de zon weer warm begon te schijnen.
Niemand had er de hele dag een van haar gekocht, niemand had haar zelfs een aalmoes gegeven.
Nu klapte hij met zijn vleugels, richtte zijn slanke hals op en jubelde van ganser harte
“Bovendien is het een woerd,” zeide zij; “en daarom doet het er zo veel niet toe.”
Nu erkende het eerst recht zijn geluk en de heerlijkheid, die hem omringde.