Understand spoken Dutch

Pronouns Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
Ask Tom whether he wants another drink.

Vraag Tom of hij nog een drankje wil.

I don’t want to lose my customers.

Ik wil mijn klanten niet verliezen.

I’ve been married three times.

Ik ben drie keer getrouwd geweest.

If you don’t watch out, you’ll get another fine.

Als je niet oplet, krijg je nog een boete.

I wish you much hope and prospects in the future days.

Ik wens je wat hoop en wat uitzicht op morgen.

No one ever taught me something like that.

Niemand heeft me ooit zoiets geleerd.

Tom never has a pencil with him.

Tom heeft nooit een potlood bij zich.

What kind of things do you do in your free time?

Wat soort dingen doe je in je vrije tijd?

I don’t know how to explain it.

Ik weet niet hoe ik het moet uitleggen.

I want to talk to the British embassy.

Ik wil met de Britse ambassade spreken.

Where did you go on your last vacation?

Waar ben je laatst op vakantie geweest?

That was a fright for the poor duckling.

Dat was een schrik voor het arme eendje.

they watch quizzes on the telly

ze zien de televisiequiz

Please let us know what you think.

Laat ons alstublieft weten wat je denkt.

I am allergic to pollen.

Ik ben allergisch voor stuifmeel.

You don’t have to worry about a thing like that.

Je hoeft je niet over zoiets zorgen te maken.

Yes, do that! Added the chicken to this

“Ja, doe dat maar!” Liet de kip hierop volgen.

in it he saw his own image

het zag daarin zijn eigen beeltenis

Do you have lockers?

Heeft u bagagekastjes?

Tom drank a glass of white wine, and so did Mary.

Tom dronk een glas witte wijn, net als Mary.