achterop hinken
achterkamertje
Yanni leeft in angst.
een koker met pijlen
naast de kom met erwten
Ik woon in Amerika.
in verhouding
te vereffenen
Ik meen het goed met je!
Bel hem alsjeblieft op.
De hand van Jan is rein.
te garanderen
op de kar springen
Zij haalde er een uit!
Yanni liegt tegen mij.
Dat huis is niet te koop.
te veroordelen
Daarbij kreeg zij zelden bezoek, want de andere eenden zwommen liever in de gracht rond, dan dat zij eens uit het water kwamen om met haar te praten.
haar handen op haar schoot
Het paard sprong over het hek.