Duizenden lichten brandden er op de groene takken, en bonte prenten, zoals die, welke er voor de winkelramen te zien waren, zagen op haar neer.
Het draaide zijn kop om, om hem onder de vleugels te steken; maar op hetzelfde ogenblik stond er een vreselijk grote hond dicht bij het eendje.
Mary sliep op de trein.
Een oplegger is een aanhangwagen, die geen eigen vooras heeft en waarvan dus een belangrijk deel van het gewicht op het trekkend voertuig (de trekker) rust.
Yanni knielde op de mat.
Ze reden samen op de tandem.
dan mikken we op de vrouwen
Je moet zweren op de Bijbel.
Hij kauwde op zijn hamburger.
Het arme eendje werd door allen geplaagd; zelfs zijn zusters waren kwaad op hem en zeiden steeds: “Mocht de kat je maar beetpakken, jou lelijk schepsel!”
Politie flitst op bestelling.
Je woont op de zesde verdieping.
Als het mooi weer is, eten we op het terras.
Ze wacht op de knappe, blonde prins.
Het vonnis valt op 21 juni.
die bij de bovenste trede op de loer lag
Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel.
De link waar je op geklikt hebt is verlopen.
Het was zomer, het koren was rijp, het hooi stond op de groene weiden aan oppers, en de ooievaar liep op zijn lange, rode poten en praatte Egyptisch; want deze taal had hij van zijn moeder geleerd.
Eerst laat op de dag werd het stil; maar het arme eendje durfde nog niet opstaan; het wachtte nog verscheidene uren, voordat het omkeek, en toen snelde het uit het moeras weg, zo vlug als het maar kon.