Skip to main content
Understand spoken Dutch
Search
User account menu
Show — User account menu
Hide — User account menu
Log in
Understand spoken Dutch
Main navigation
Show — Main navigation
Hide — Main navigation
Home
Online Lessons
Dictionary
FAQ
Donate
Blog
Testimonials
Contact
Breadcrumb
Home
Online Lessons
"he" Practice Lesson
"he" Practice Dutch lesson
Primary tabs
Summary
Quiz
Content
Secondary tabs
All
Words
Phrases
Learn
Recording
English
Dutch
Status
He’s accustomed to traveling.
Hij is gewend om te reizen.
He didn’t seem to be worried about this.
Hij lijkt zich hier geen zorgen over te maken.
He is totally dependent on his parents.
Hij is volledig afhankelijk van zijn ouders.
He has experience in the operation of various businesses.
Hij heeft ervaring in de uitbating van verschillende bedrijven.
He is angry.
Hij is nijdig.
He is nice.
Hij is aardig.
He is a fool.
Hij is een dwaas.
He’s a fast walker.
Hij kan snel lopen.
He’s always busy.
Hij is altijd bezig.
I understand that he’s angry.
Ik begrijp dat hij boos is.
He got angry over nothing.
Hij werd nijdig om niets.
He will walk to school.
Hij zal naar school lopen.
Is he a teacher?
Is hij een leerkracht?
he was angry that I hadn’t done it
hij was boos dat ik het niet deed
He felt a wave of excitement.
Hij voelde een golf van opwinding.
He turned up an hour later.
Hij kwam een uur later opdagen.
He had broken up with his wife.
Hij heeft met zijn vrouw gebroken.
He seemed to understand foreign policy.
Hij leek buitenlands beleid te begrijpen.
He tripped over his own feet.
Hij is gestruikeld over zijn eigen voeten.
He already tried five different hair-growing supplements to no avail.
Hij probeerde al vijf verschillende haargroeimiddelen, maar zonder baat.
Pagination
First page
« First
Previous page
‹ Previous
…
Page
2
Page
3
Page
4
Page
5
Current page
6
Page
7
Page
8
Page
9
Page
10
…
Next page
Next ›
Last page
Last »