Adverbs Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	Lunch is ready.	Lunch is klaar.
	It's almost eleven o'clock.	Het is bijna elf uur.
	we didn’t know	wij wisten niet
	quarter to nine	kwart voor negen
	The sea was very smooth.	De zee was erg glad.
	like an eagle	als een adelaar
	They all watched.	Ze keken allemaal.
	but how did it help?	maar wat hielp dat?
	Someone help me.	Iemand, help me even.
	A round trip, please.	Heen-en-terug, graag.
	Many thanks.	Heel erg bedankt!
	Thank you very much.	Heel erg bedankt.
	Tom is healthy, isn’t he?	Tom is gezond, toch?
	Tom is very healthy.	Tom is heel gezond.
	There’s a car approaching.	Er nadert een auto.
	smoothly	als een leien dakje
	He was badly wounded.	Hij was zwaar gewond.
	Tom has no authority.	Tom heeft geen gezag.
	You look really miserable.	Je ziet er echt ellendig uit.
	Give me back my ring.	Geef me mijn ring terug.